Een supermarkt had in december opeens zakjes gemalen koffie van 12 euro voor 125 gram. Dat is goedkoop, zei het karton dat er boven was gehangen. Want elders kost dit 20 euro. Dat was nog waar ook. Koffieverzendhuizen bieden op internet de koffie aan voor rond 20 euro.
In de supermarkt zat hij in een jute zak. In de zak zat een builtje van goudgekleurd aluminiumfolie met gemalen koffie die fijnproevers en snobs als beste ter wereld beschouwen. De klanten van deze supermarkt geloofden er niet in. De koffie werd begin deze maand afgeprijsd tot 8 euro. Nog altijd te veel, vonden de meeste klanten, maar nieuwsgierigheid won het van de vrek in mij. Ik kocht de koffie. En? Nee, ik ben geen fijnproever. Of het is gewoon overdreven wat van deze Jamaica Blue Mountain Arabica wordt beweerd. Koffie van Peeze uit Arnhem smaakt me beter, net zo goed als die van Simon Levelt uit Amsterdam. Er zijn meer goede merken.
Fijngemalen koffiekorrels moeten vijf seconden in aanraking zijn geweest met heet water, dan smaakt de koffie op z’n best. Het was op een vakbeurs voor de horeca dat koffiebrander Peeze het me uitlegde. Het water pakt van de gemalen koffie smaak en kleur en brengt het omhoog in een mokkapotje op het vuur, of omlaag door het kraantje van een elektrisch koffieapparaat. Vijf seconden!
Maar lui in het vak weten het niet. Zou je denken. Want in de horeca vertikken ze het om er werk van de maken; koffie zetten.
Bocht aan het ontbijt
Jawel, haast ik mij te zeggen, er is langs de weg goeie koffie te verkrijgen, er zijn uitstekende cafés en gespecialiseerde koffiehuizen met een keus uit koffiesoorten. Maar nog altijd gaat het aan de hotelier voorbij. Het beste moment voor goeie koffie – troost tegen heimwee naar huis – is de ochtend aan het ontbijt in een hotel. Maar nooit, echt helemaal nooit krijg ik koffie voorgezet die zelfs maar lijkt op iets fatsoenlijks. Het moet me van het hart. Ik ben weer veel op pad voor werk, slaap me suf in andermans bedden en test elke ochtend de koffie. Er zijn hotels die met twee maten meten. Goede koffie in de gelagkamer die ook wel grand café genoemd wordt en bocht aan het ontbijt voor de slaapgasten.
Kranten en weekbladen doen aan jaarlijkse koffietesten en dat al heel lang. Ze kraken al jaren de kwaliteit, ook die van koffie op stations en achter de benzinepomp. Maar de ontbijtkoffie in hotels, in Nederland, België, Duitsland, Engeland en Scandinavië – ik kan er van getuigen, overal wakker geworden van een klap in m’n gezicht – ontsnapt aan de aandacht van recensenten. Komisch is het ook. Ik val er graag buren aan de ontbijttafel in hotels om lastig. Ik wacht tot ze een paar slokken koffie hebben genomen en vraag dan wat ze er van vinden. Nooit, echt helemaal nooit vinden ze het te drinken. Ze ondergaan het lijdzaam als een natuurverschijnsel. Koffie is nu eenmaal bagger aan het ontbijt.
Het is extra wrang als je ziet wat er in supermarkten en gespecialiseerde koffiewinkels gebeurt. De belangstelling voor goed smakende koffie neemt toe. De boon is terug. De hele koffieboon waarin het aroma van de koffie beter bewaard blijft dan in gemalen koffie. Vooraf aan de terugkeer van de boon was er de koffiemachine die pas wat bonen maalt als de baas er een kopje koffie uit wil tappen. Maar zo’n machine, die stuk gaat, net voorbij de garantieperiode, heb je voor je geluk helemaal niet nodig. De bonen wel. De bonen gaan het maken. Ik voorspel de terugkeer in huis van de koffiemolen. En hotelbaas, dan blijven we nog liever thuis.
bron: parool.nl